Effectiviteit Rots en Water in het Primair Onderwijs

Veranderingen in sociale veiligheid, competentiebeleving en depressieve gevoelens van basisschoolkinderen die aan het interventieprogramma Rots en Water deelnemen: een vergelijkingsstudie.

Reitz, E., Mertens, E.C.A., Van London, M., Deković, M. (2019), Tijdschrift Klinische Psychologie 49(1): 38-57.

 

Een totaal van 1203 basisschoolleerlingen tussen de 7 en 14 jaar oud (corresponderend met de groepen 6, 7 en 8) participeerden in het onderzoek; ze waren afkomstig van 17 scholen die door een onafhankelijke notaris random werden toegewezen aan de interventiegroep (66,67% kans) of de controlegroep (33,33% kans). Het onderzoek dat door de Universiteit van Utrecht is uitgevoerd met gebruikmaking van de onderzoeksinstrumenten van het Nationaal Onderzoek Anti-Pestprogramma’s werd begin 2019 afgerond. De onderzoeksuitkomsten tonen dat inzet van Rots en Water tot significante, positieve resultaten leidt. Leerlingen in de Rots en Watergroep rapporteerden een afname in twee vormen van pesten, alle vormen van gepest worden, toename globaal zelfvertrouwen en zelfregulatie en sociale acceptatie en een afname van depressieve gevoelens. Wanneer verschillen tussen de interventiegroep en controlegroep in verandering over tijd werden onderzocht, bleek dat zij verschilden op twee vormen van pesten (fysiek gepest worden, pesten ‘overig’), op zelfregulatie en zelfvertrouwen en op depressieve gevoelens. De leerlingen die R&W hadden gevolgd, rapporteerden sterkere verbeteringen dan de leerlingen in de controlegroep. Het onderzoeksrapport is beoordeeld en onderworpen aan double-blind peer review om de wetenschappelijke kwaliteit vast te stellen. Na verkregen goedkeuring volgde publicatie in het wetenschappelijke magazine ‘Tijdschrift Klinische Psychologie’ onder de titel: ‘Veranderingen in sociale veiligheid, competentiebeleving en depressieve gevoelens van basisschoolkinderen die aan het interventieprogramma Rots en Water deelnemen: een vergelijkingsstudie’.

Bij aanvullende analyses waar specifiek werd gekeken naar het extra kwetsbare kind kwam naar voren dat deze kinderen in de R&W conditie vergelijkbaar profiteren of zelfs wat sterker vooruit lijken te gaan (een scherpere dalende lijn of stijgende lijn in vergelijking met de andere kinderen). Aanvullend zijn er door het RWI ook enkele vragen aan de leerkrachten voorgelegd over het pestgedrag in de klas. De leerkrachten wiens leerlingen R&W hadden gevolgd rapporteerden grotere verbeteringen dan de leerkrachten wiens leerlingen in de controlegroep zaten betreffende het aantal leerlingen dat gepest werd (slachtoffers) en de frequentie van pesten. Ondanks het feit dat er bij dit onderzoek gebruik werd gemaakt van een eenvoudige vragenlijst is het belangrijk om te benadrukken dat de perceptie van de leerkrachten overeenkomt met de zelfrapportages van de basisschoolkinderen, hetgeen de resultaten van beide bovengenoemde onderzoeken bekrachtigd. De uitkomsten van de leerkrachten zijn beschreven in een afzonderlijk onderzoeksrapport, ‘Het effect van Rots en Water in het Primair Onderwijs op pesten: vanuit het perspectief van de groepsleerkracht’.

Klik hier voor het aanvullende rapport over veranderingstrajecten van de kwetsbare leerling.

Klik hier voor het artikel over de rapportages van de leerkrachten.