Wat is het Rots en Water programma?

Rots en Water is een practice én evidence based programma: Het is uit de praktijk ontstaan terwijl de effectiviteit van het programma door vele onderzoeken, waaronder grote wetenschappelijke onderzoeken in Nederland, zijn bevestigd (Zie kopje Onderzoek).

Doelstelling basisprogramma

Hoofddoel: Het bevorderen van een positieve ontwikkeling van sociale en emotionele competenties en het voorkomen en/of verminderen van problemen op het intrapersoonlijke domein (hoe zien leerlingen zichzelf) en het interpersoonlijke domein (hoe gaan leerlingen met elkaar om).

Onder het intrapersoonlijke domein valt o.a: psychologisch welbevinden, seksuele autonomie, internaliserend gedrag, depressieve gevoelens. Onder het interpersoonlijke domein valt o.a.: het verminderen of voorkomen van agressie, seksueel grensoverschrijdend gedrag, pesten en gepest worden.

Dit gebeurt door het aanleren van sociale vaardigheden samen met leeftijdgenoten, veelal in een schoolse setting waarbij in het algemeen alle leerlingen worden betrokken. De motivatie en betrokkenheid van leerlingen is groot door de fysieke oefeningen, spelen en reële situaties (scenario training) en veilige sfeer waarin deze worden geoefend. In elke les worden oefeningen en spelen regelmatig afgewisseld met momenten van psycho-educatie, zelfreflectie en kringgesprekken. Elke les wordt afgesloten met een verwerkingsopdracht voor het optimaliseren van de transfer van oefening naar praktijk. Het leren hanteren van het Rots en Waterconcept geeft leerlingen meer inzicht in sociale situaties en de impact van hun eigen gedrag. Rots staat voor eigen grenzen aan kunnen geven, zelfstandig beslissingen kunnen nemen, een eigen weg kunnen gaan. Water staat voor communicatie, kunnen luisteren, samen naar oplossingen kunnen zoeken, en de grenzen van anderen te respecteren. Gaandeweg dit proces leren zij, o.a. in sociale situaties, weloverwogen beslissingen te nemen en ontwikkelen zij meer en veelzijdigere gedragsalternatieven.

Doelgroep basisprogramma

Het Rots en Water basisprogramma is een universele interventie en richt zich op alle leerlingen van 9 tot en met 18 jaar, in het primair onderwijs (PO), zowel regulier als het speciaal basisonderwijs ((S)BO). Het voortgezet (speciaal) onderwijs (V(S)O) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Daarbij kan speciale aandacht uitgaan naar leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast zijn er verschillende specialisatietrainingen ontwikkeld die zich richten op andere doelgroepen (bijvoorbeeld voor groep 1 t/m 6). Zie onderaan deze tekst welke mogelijkheden er zijn.

Selectie van doelgroepen

Het Rots en Waterbasisprogramma is een universele interventie en richt zich op schoolgaande leerlingen van 9 tot 18 jaar (PO, SBO, V(S)O, en MBO) en wordt in het algemeen klassikaal aangeboden. Ondanks dat het om een universele interventie gaat is het noodzakelijk om bij vastgestelde psychiatrische problematiek en/of gedragsproblemen zoals hoge mate van impulsiviteit, depressie, extreme angst, agressieproblematiek en autisme in gezamenlijk overleg met de behandelende deskundige, (school)psycholoog, R&W-trainer en ouders te beslissen of de leerling niet of op aangepaste wijze aan de lessen deel kan nemen. Dit om te voorkomen dat de R&W-lessen interfereren met een lopende behandeling en/ of dat de leerling overvraagd wordt of mogelijk zelfs schadelijke effecten zou kunnen ondervinden. In de praktijk blijkt evenwel dat leerlingen bijna altijd in aangepaste vorm aan de lessen mee kunnen doen. Voorbeelden hiervan zijn: de les vooraf doorspreken, werken met vaste partners, observatieopdrachten doen i.p.v. zelf actief deelnemen, individuele R&W oefeningen doen voor de klassikale lessen. Zie voor een uitgebreide uitleg (Ykema, 2021, p. 26).

Het R&W-Instituut (RWI) adviseert om de leerling, indien mogelijk, niet volledig van de lessen uit te sluiten. Door bepaalde oplossingen kan de betreffende leerling wel aan de R&W-lessen deelnemen en kan een gevoel van buitengesloten zijn worden voorkomen. Dit sluit aan bij de dagelijkse praktijk waar leerlingen voor verschillende vakken extra ondersteuning ontvangen. De leerkracht kan hier ook aan refereren: sommige leerlingen krijgen wat extra hulp bij taal en wiskunde (of rekenen), en zo hebben anderen bij R&W wat meer hulp nodig.

Indien er in de klas sprake is van heftige pestgevallen, in die mate dat de veiligheid van uitvoering van het programma en de leerlingen niet kan worden gegarandeerd, dient te worden besloten het programma op aangepaste wijze uit te voeren. Bijvoorbeeld door het inschakelen van een ervaren Advanced R&W trainer, en/of de groep op te splitsen. Zie voor uitgebreide informatie (Ykema, 2021, p. 26-27).

Signalerende functie als bijvangst

Juist omdat in het Rots en Waterprogramma veel psychofysieke oefeningen worden ingezet heeft het programma ook een sterk signalerende functie. Opvallend gedrag, zoals angstig gedrag, niet mee willen doen, extreem teruggetrokken gedrag, of felle reacties bij bijvoorbeeld de contactoefeningen en/of de stoeispelen kunnen duiden op problemen of onbekende, nog niet gediagnosticeerde problematiek. In dit geval zoekt de Rots en Watertrainer contact met de (school) psycholoog en/of een andere deskundige en de ouders zodat mogelijke problemen eerder aan het licht kunnen komen en de leerling een passende begeleiding kan krijgen. Vervolgens dient zodoende (opnieuw) beoordeeld te worden of en op welke manier de leerling nog mee kan doen aan de Rots en Water lessen.

Pedagogische bevoegdheid

De lessen worden voornamelijk gegeven door de eigen groepsleerkracht of gymnastiekdocent. Andere mogelijkheden zijn de mentor, vakleerkracht bewegingsonderwijs, intern begeleider, zorgcoördinator of een andere (bevoegde) leraar of externe trainer, die de driedaagse Rots en Water Basistraining heeft gevolgd. De Rots en Water trainingen worden op HBO werk- en denkniveau gegeven. Voor de uitvoerders geldt dat ze alleen binnen de pedagogische setting waarvoor ze zijn opgeleid de R&W lessen mogen geven. De uitvoerder beschikt dus al over een passende opleiding zoals bijvoorbeeld de Pabo, ALO enz. Dit betekent dat ze reeds beschikken over de didactische en pedagogische competenties om lessen te geven aan de betreffende doelgroep. Ter verduidelijking, een onderwijsassistent mag wél deelnemen aan de driedaagse Rots en Water Basistraining, maar fungeert dan bij het lesgeven aan leerlingen ook als assistent van de leerkracht en niet als hoofdtrainer. In het geval de R&W-lessen op school door een externe trainer worden verzorgd, wordt aan de school aangeraden om altijd te informeren of de trainer beschikt over een VOG en wat zijn/haar vooropleiding is. Daarnaast wordt de aanwezigheid van de eigen leraar bij de lessen nadrukkelijk geadviseerd.

Benodigde competenties:

  • Kennis hebben van de ontwikkelingspsychologie van schoolkind tot adolescent;
  • Kennis hebben van opbouw en inhoud van de lessenserie voor leerlingen;
  • Inzicht hebben in de basisprincipes van het Rots en Water programma, zoals de drie bouwstenen, vier rode draden en het principe van psychofysiek werken;
  • De oefenvormen die aan leerlingen worden aangeboden zelf kunnen uitvoeren en voordoen;
  • In staat zijn uitgevoerde werkvormen te evalueren en duiden met de groep leerlingen;
  • In staat zijn om werkvormen aan te passen aan de leeftijd en zo nodig de specifieke leer- of ontwikkelingsbehoeften van leerlingen;
  • In staat zijn om adequaat te kunnen reageren op verschillende reacties van leerlingen op bepaalde oefeningen.
  • Inzicht hebben in het eigen functioneren om een positieve onderwijsrelatie te creëren.

Aan deze competenties wordt in de training intensief gewerkt.

Via de driedaagse Rots & Water Basistraining wordt het certificaat Rots & Water Basistrainer verworven. De driedaagse Basisopleiding omvat drie aaneengesloten trainingsdagen met een contacttijd van 24 uur, waarvan 20% theorie en 80% praktische oefening van (rollen)spelen, oefeningen, en reflectie. Tijdens de driedaagse opleiding worden alle oefeningen uit het R&W Praktijkboek beoefend en/of getoond en/of besproken. Daarnaast neemt de cursist het praktijkboek met de lessenplannen en theorie door, de videoscenes en de instructiefilms, waarvoor een geschatte studielast van veertig uur staat.Bij de training geldt een aanwezigheids- en actieve participatieplicht. Het praktijkboek en bijbehorende videomateriaal zijn alleen verkrijgbaar in combinatie met de training. De training dient volgens de inhoud en richtlijnen van het R&W Praktijkboek te worden gegeven.

Bij een schoolbrede aanpak is er voor overig schoolpersoneel (PO en VO) een Eén Dag Introductie Training (EDIT) om de taal en principes van R&W te leren kennen en, in het PO, om ondersteunend mee te werken bij de implementatie ervan op school. Hierdoor kan ook buiten de R&W lessen om de R&W taal en principes toegepast worden in de communicatie met leerlingen. In het VO wordt deze ondersteunende rol niet gevraagd gezien de andere, specifieke samenstelling van het onderwijs en onderwijsondersteunend personeel: grotere groep wisselende docenten veelal opererend in sectieverband met weinig sectie overkoepelende overlegmomenten.

Behoud accreditatie

Al enkele jaren hanteert het Rots & Water Instituut de regel dat de accreditatie van de gecertificeerde trainer (behaald d.m.v. het volgen van de 3-daagse R&W basistraining) beperkt houdbaar is. Elke vier jaar na het behalen van het certificaat Rots en Water trainer dient men deel te nemen aan een Opfrisdag of één van de Rots & Water specialisatietrainingen. Indien niet aan deze nascholingsverplichting wordt voldaan zal de betreffende Rots & Water trainer als niet-actief in de R&W database worden opgenomen en zal dit op aanvraag van (eventuele) opdrachtgevers (schooldirectie, ouders etc.) worden gemeld.

Inhoud basisprogramma

Scholen kiezen in het algemeen voor het invoeren van het R&W programma voor het bevorderen van een positieve ontwikkeling van sociale en emotionele competenties van leerlingen. Het initiatief voor starten met het Rots en Water programma op een school kan zijn dat één of meer individuele leraar/leraren de driedaagse R&W Basistraining volgen en (in overleg met de schoolleiding) het programma aanbieden in hun lessen. Een ander startpunt kan zijn dat de schoolleiding besluit om het programma school-breed in te voeren. Dan worden voldoende leraren (via een incompany training) opgeleid om de lessen te kunnen geven. Andere schoolmedewerkers kunnen de Eendaagse Introductie Training (EDIT) volgen om voldoende ingevoerd te zijn in de taal en basisprincipes van Rots en Water. Het Rots en Water programma wordt dan opgenomen als vast onderdeel in het curriculum. De ouders/verzorgers worden voor de start van de R&W lessen op de hoogte gebracht d.m.v. een brief en/of ouderavond.

De inhoud van het Rots en Water programma is samengesteld op basis van de volgende principes en kerninhouden. De verwachting is dat de (sub)doelen worden behaald indien hieraan wordt voldaan. Concreet: De verwachting is dat de subdoelen zijn behaald als de 15 themalessen klassikaal zijn gegeven, of in het geval van leerlingen van 13 jaar en ouder indien de 24 themalessen klassikaal zijn gegeven. Uit verschillende effectonderzoeken naar het R&W programma blijkt dit een reële verwachting te zijn.

De psychofysieke benadering;

Psychofysiek werken betekent dat via fysieke oefening en (rollen)spelen afgewisseld met momenten van zelf-reflectie, kringgesprekken en psycho-educatie psychosociale vaardigheden worden aangeleerd. In elke les worden momenten van actie, reflectie en kringgesprekken (inclusief psycho-educatie) voortdurend met elkaar afgewisseld en gecompleteerd door het maken van verwerkingsopdrachten om de transfer (overgang) van de oefensituatie naar de dagelijkse praktijk te versterken. Voor het ontwikkelen van een eigen identiteit en zelfkennis, het kunnen maken van eigen keuzes en het opbouwen van sociale contacten is een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van belang. In R&W nemen de volgende twee deelgebieden een belangrijke plaats in: de fysiek-emotionele ontwikkeling en de verbaal-emotionele ontwikkeling. De fysiek-emotionele ontwikkeling geschiedt via de weg van fysieke actie, zoals oefeningen, stoeispelen, (rollen)spel en zelfverdedigingsoefeningen. De verbaal-emotionele ontwikkeling geschiedt via de weg van zelfreflectie, psycho-educatie, kringgesprekken en verwerkingsopdrachten. Beide ontwikkelingswegen worden in de psychofysieke methodiek samengevoegd.

Drie bouwstenen;

  1. Zelfreflectie: reflecteren op het eigen gedrag, gedachten en emoties, bewustwording van de fysieke en emotionele effecten van het gedrag voor zichzelf en anderen, inzicht krijgen in de eigen reactiepatronen en keuzes die in een bepaalde situatie kunnen worden gemaakt. Via de hiervoor genoemde momenten van zelfreflectie wordt meer zelfinzicht en zelfkennis ontwikkeld.
  2. Zelfbeheersing en emotieregulatie: in staat zijn rustig te blijven in verschillende situaties, in staat zijn het eigen gedrag aan te passen, keuzes te maken in gedragsalternatieven (coping vaardigheden), zodanig dat eigen en andermans belangen niet geschaad worden; focus op zelfregulering / emotieregulatie. In de literatuur wordt zelfbeheersing doorgaans als onderdeel van de emotieregulatie beschouwd of worden de termen, vanwege de overlap, als synoniem gebruikt. Vanwege het belang dat aan deze vaardigheden in het Rots en Water programma wordt toegekend worden ze beide expliciet genoemd. Waarbij de focus bij zelfbeheersing meer ligt op impulscontrole en de focus bij emotieregulatie ligt op het op een adequate manier leren omgaan met, en uiten van, de eigen emoties.
  3. Zelfvertrouwen: kennen van en vertrouwen op de eigen kracht en mogelijkheden, op basis daarvan erop uit gaan, uitdagingen en lastige situaties aan durven gaan, in stressvolle situaties in actie kunnen komen, veerkracht kunnen tonen bij tegenslagen en jezelf de moeite waard vinden.

De vier rode draden van de psychofysieke Rots en Water methodiek;

De kern van het Rots en Water bestaat uit vier op uiteenlopende manieren terugkerende basisinhouden.

  1. Leren ‘gronden’ (stevig en ontspannen staan/zitten), centreren (adem in de buik) en focus/ concentreren (richten van de aandacht).
  2. Ontwikkeling van lichaamsbewustzijn, waarmee meer inzicht wordt verkregen in de eigen emoties en regulatie daarvan (emotioneel bewustzijn), wat kansen biedt voor de ontwikkeling van meer zelfbewustzijn en het vermogen tot zelfregulatie (In Rots en Water de Gouden Driehoek genoemd).
  3. Ontwikkeling van fysieke communicatievormen, die de ontwikkeling van meer verbale vormen van communicatie initiëren en kunnen ondersteunen.
  4. Het Rots en Water concept; het ervaren en verinnerlijken van twee basisvormen van eigen kracht; de harde, onwrikbare ‘rotshouding’ tegenover de beweeglijke, verbindende ‘waterhouding’, zowel in fysiek, verbaal, mentaal als sociaal opzicht. Rots en Water staan tijdens de lessen symbool voor het volgende:
Rots (ik) Water (wij)
Ik ben sterk Ik ben sterk
Ik kan voor mezelf opkomen Ik kan vrienden maken en houden
Ik kan mijn eigen keuzes maken Wij zorgen goed voor elkaar

En in het algemeen:

Rots (ik) Water (wij)
weten wie je bent vriendschap
weten wat je wilt verbondenheid
weten wat je doet communicatie

De R&W-taal maken deze principes voor leerlingen gemakkelijk te begrijpen, zie de bijlage voor het Rots en Water kwadrant, hierin komt duidelijk naar voren wat de positieve kanten van zowel Rots als Water zijn, en wat de negatieve kanten van te Rotsig en te Waterig zijn.

Thema’s:

Het volledige programma is in 24 lessen ondergebracht in het praktijkboek en opgebouwd op basis van thema’s. In de eerste twee lessen (Sterk staan en Sterk staan bij confrontatie) staan de basisvaardigheden gronden, centreren, focus en ademhaling centraal waarmee een sterke en rustige sta-basis wordt ontwikkeld die in het gehele programma centraal blijft staan. Hierop voortbouwend komen in deel 1 (les 1 t/m 15) achtereenvolgens aan bod: pesten, communicatie, het schoolplein, ademhaling, lichaamstaal, grenzen, intuïtie (luisteren naar je gevoel), omgaan met een bedreigende groep.

En in deel 2 (les 16 t/m 24): Een fijne klas (het sociale vangnet), ademhaling, samenwerken, groepsdruk, social media, mentale kracht en concentratie, je eigen weg gaan, seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag, eigen keuzes maken (mentale kracht en innerlijke kracht).

Oefenvormen:

Om recht te doen aan het principe van psychofysiek leren, de drie bouwstenen en de vier rode draden bestaat elke les uit verschillende bestanddelen of oefenvormen. Iedere les omvat: oefeningen en (rollen)spelen, reflectievragen, psycho-educatie en kringgesprek, en een verwerkingsopdracht.

De spelvormen en oefeningen zijn aangepast aan de ontwikkelingsvragen en mogelijkheden van leerlingen in verschillende leeftijdsfasen. De leraren dienen het aanbieden van de lesstof uiteraard ook af te stemmen op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen waarmee zij werken. Bij jonge kinderen ligt het accent vooral op speelse werkvormen, stoeispelen en reflectievragen (deel 1). Bij oudere leerlingen komen ook eenvoudige zelfverdedigingsoefeningen aan bod en worden specifieke thema’s aan de orde gesteld (deel 2). De leerlingen houden een werkboekje bij, waarin de lesinhoud is samengevat en vragen en verwerkingsopdrachten (i.v.m. het bevorderen van de transfer naar het dagelijks leven), vooral gericht op zelfreflectie en zelfinzicht, zijn opgenomen. Daarbij horen bij verschillende lessen videoscenes ter ondersteuning van het lesthema.

Creëren van een veilige lessituatie:

In de lessen wordt veel aandacht besteed aan een veilige leeromgeving. Zo wordt bij aanvang en afsluiting van elke les, spel en oefening de Rots en Watergroet toegepast. Daarmee wordt voortdurend een moment van rust ingebouwd. Tijdens de groet komen de leerlingen eerst volledig tot rust en groeten elkaar met de belofte elkaar op geen enkele wijze expres pijn te doen. De groet draagt bij aan een rustige, veilige lessfeer die ook voortdurend door de R&W docent wordt bewaakt en gemonitord. De mate van ervaren veiligheid is ook onderdeel van de zelfreflectie en de kringgesprekken tijdens de les en bij het invullen van de leerlingenboekjes.

Er wordt toegewerkt naar het oefenen in bijna echte, maar immer veilige, situaties om een optimale transfer naar de dagelijkse praktijk mogelijk te maken. Daarbij heeft elke leerling de vrijheid om bij een oefening aan te geven eerst alleen mee te willen kijken. Juist deze keuzevrijheid en het mogen en leren aangeven van grenzen verhoogt het veiligheidsgevoel en de motivatie. Op zo’n moment ontvangt de leerling een eenvoudige observatieopdracht waardoor de leerling wel betrokken blijft bij de groep, maar ook wordt gerespecteerd in zijn/haar keuze. Eventueel kan er een extra tussenstap worden gecreëerd waardoor de leerling het vertrouwen krijgt om mee te doen.

De oefeningen worden eerst door de leerkracht met een leerling goed voorgedaan. Vervolgens mogen de leerlingen de oefeningen samen gaan doen waarbij de leerkracht, en later de leerlingen ook elkaar positieve feedback geven. De oefeningen worden stapsgewijs, van makkelijker naar moeilijker (shaping) opgebouwd. De leraar stimuleert het toepassen van R&W-vaardigheden in de klas bijv. centreren en gronden om kalm te worden bij het maken van een toets.

Schoolbrede invoering; de Rots en Water school

Als het programma schoolbreed wordt ingevoerd krijgen leerlingen in alle schoolsituaties te maken met de principes van R&W, waarmee het leereffect nog groter wordt. Scholen die het Rots en Water programma schoolbreed invoeren en tot vast onderdeel van het curriculum maken kunnen het predicaat Rots en Water school ontvangen. In het VO kan dit predicaat ook per bouw worden aangevraagd. Zij moeten dan aan een aantal eisen voldoen en zijn hier te vinden.

Opfrisdagen

Er worden door het Rots & Water Instituut jaarlijks opfrisdagen georganiseerd, waarin nieuwe inzichten, oefeningen en spelen worden geïntroduceerd en bestaande opgefrist. Daarnaast is er ruimte voor vragen, problemen en eigen inbreng van docenten. Het lesmateriaal wordt mede op basis van de ervaringen en input van deelnemers regelmatig aangepast. Docenten die werken met leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften zijn nauw betrokken geweest bij de aanpassingen van de lesstof voor die doelgroepen.

Het opfrissen van oude vaardigheden en kennis (inzichten en onderzoeken) draagt bij tot het verzorgen van een goede en veilige training.

Materiaal en informatievoorziening

Er is een praktijkboek beschikbaar met uitgeschreven lessenplannen voor de R&W trainers en een USB-stick met video-scenes die besproken worden met de leerlingen. Daarnaast zijn er leerlingen boekjes, posters, voorbeeldcertificaten, armbandjes en sleutelhangers beschikbaar. Verder is er voor de R&W-trainer instructiemateriaal en een gesloten forum en facebookgroep beschikbaar waar ervaringen worden uitgewisseld. Daarnaast is er een RW Forum, een LinkedIn pagina en de Facebookpagina voor Rots en Watertrainers (ruim 3.000 leden) voor de trainers te vinden, waar ervaringen en materialen uitgewisseld worden.

Alle informatie in deze gesloten groepen wordt door het Rots en Water Instituut op juistheid gecontroleerd. Daarnaast ontvangen de gecertificeerde trainers een periodieke nieuwsbrief.

Trainingen

Alle opleidingen worden door het Rots & Water Instituut, of door partners onder auspiciën van het RWI, georganiseerd, gepresenteerd en geëvalueerd. De trainingen worden gepresenteerd door RW Mastertrainers die minimaal 6-8 jaar intensieve ervaring met het programma hebben, alle RW Specialisaties hebben gevolgd, voortdurende coaching ontvangen en participeren in intervisiebijeenkomsten.

De driedaagse Rots en Water basistraining (groep 7 en ouder)

Om het Rots en Waterprogramma op school te kunnen aanbieden is goede training en nascholing noodzakelijk. Naast een bevoegdheid om in die setting te werken is het voor het geven van training aan leerlingen vanaf groep 7 en ouder (PO en VO) een vereiste om de driedaagse Rots en Water Basistraining te volgen. Alleen via de Driedaagse Basistraining wordt het certificaat Rots en Water basistrainer verworven.

Dit certificaat is voor de meeste RW-specialisatietrainingen een vereiste om daar aan deel te kunnen nemen.

De training omvat drie aaneengesloten trainingsdagen met een contacttijd van 24 uur en daarnaast een geschatte studielast van minimaal 12 uur. Deze basistraining wordt jaarlijks op diverse plaatsen in het land aangeboden, met name in het Sportcentrum Oudenrijn bij Vleuten/De Meern (Utrecht), maar eveneens in Friesland en Groningen (via FYSYK Wurk), Twente (via Sterk en in Balans), Noord-Brabant, België (via Sjans) en buitenland waaronder bijv. Australië, Nieuw-Zeeland, UK, Taiwan, Turkije, Kenia, Peru. Na de driedaagse Rots en Water Basistraining kunnen trainers zich verder ontwikkelen door het volgen van een van de vele R&W Specialisatie-trainingen.

De tweedaagse Rots en Water Basisschool training (groep 1 t/m 6)

Voor het verzorgen van R&W-training aan de groepen 1 t/m 6 van de basisschool is de tweedaagse Rots en Water Basisschooltraining noodzakelijk. Deze omvat twee aaneengesloten trainingsdagen met een contacttijd van 16 uur en daarnaast een geschatte extra studielast van minimaal 8 uur. Tijdens deze tweedaagse training worden alle oefeningen en spelen uit het programma beoefend, dan wel getoond en besproken. Daarnaast ontvangen de deelnemers informatie over de verschillende ontwikkelingsfases- en opgaven van deze leeftijdsgroep(en). Voor het volgen van deze training wordt sterk geadviseerd om hieraan voorafgaand eerst de driedaagse R&W Basistraining te volgen. Dit is echter geen verplichting.

Diverse Rots en Water specialisaties

Om leerlingen met specifieke problematiek en ondersteuningsbehoefte een zo passend en effectief mogelijke begeleiding aan te kunnen bieden zijn een aantal specialisatietrainingen ontwikkeld. Elke specialisatie maakt gebruikt van de psychofysieke Rots & Water methodiek die in de driedaagse R&W Basistraining wordt geïntroduceerd en wordt ondersteund door een bij die specialisatie behorende reader of handboek. De meeste specialisaties zijn alleen toegankelijk voor trainers die de driedaagse basisopleiding hebben afgerond.

Het betreft een zestal specialisaties.

  1. Rots & Water en autismespectrumstoornissen met bijkomende en aanverwante problematiek (tweedaagse)*
  2. Rots & Water Focus op meisjes en vrouwen (tweedaagse)
  3. Rots & Water en jongeren met een verstandelijke beperking (eendaagse)*
  4. Rots & Water en kinderen en jongeren met psychosociaal trauma (tweedaagse)*
  5. Rots & Water werken met het gezin (tweedaagse)*
  6. Rots & Water en kinderen en jongeren met een fysieke beperking (eendaagse)*

*Alleen toegankelijk voor trainers die de driedaagse Rots & Water Basistraining hebben afgerond.

Een Dag Introductie Training (EDIT)

De EDIT is bedoeld om volledige (school)teams te introduceren in werkwijze en doelstellingen van het Rots & Waterprogramma en beperkt zich tot de kern van het Rots & Waterprogramma. Het is de beste en snelste manier om het Rots & Waterprogramma schoolbreed in te voeren, en reeds functionerende en volledig gecertificeerde Rots & Watertrainers binnen de school of organisatie te ondersteunen. Het leidt niet op om zelfstandig Rots & Watertrainingen te verzorgen.

Advanced Training

Via de Advanced Training worden docenten opgeleid tot het presenteren van de Een Dag Introductie Training (EDIT) aan het eigen school- of organisatieteam. Voor deelname aan de Advanced Training worden de volgende eisen gesteld:

  • Gecertificeerd RW basistrainer;
  • Minimaal één jaar intensieve ervaring in het werken met het RW programma;
  • Deelname aan minimaal één tweedaagse RW-specialisatie.

De EDIT beperkt zich tot de kern van het Rots & Water Basisprogramma. De inhoud van deze training is voorgeschreven en vastgelegd in het Rots & Water Praktijkboek voor starters. Duur van de Advanced Training: twee opeenvolgende dagen en een avond.

Incompany training

Alle Rots & Watertrainingen kunnen ook als een in-company training worden ingekocht. Een incompany training levert de school of organisatie financieel voordeel op. Daarnaast is het mogelijk om op specifieke vragen van de school of organisatie in te gaan. De praktijk leert dat een R&W Incompany training een sterk en positief effect heeft op de groepsdynamiek in het team (team building). Daarbij komt dat een incompany training een gelijke pedagogisch-didaktische basis voor alle teamleden creëert die het denken en handelen in onderwijssituaties (en andere situaties) ondersteunt en richting geeft.

Accomodatie

Het R&W-programma kan worden uitgevoerd op alle scholen voor primair-, voortgezet- en (voortgezet) speciaal onderwijs. Het programma kan gegeven worden in een speellokaal of gymnastiekzaal, maar sommige lesonderdelen ook in een gewoon klaslokaal. Het betreft een basisvoorziening voor alle leerlingen van de school.

Consult

Scholen die behoefte hebben aan aanvullend advies of coaching bij het implementeren en verder ontwikkelen van het Rots en Water-programma binnen de school kunnen bij het RWI een consulttraining aanvragen. Dit betreft veelal een op de maat gesneden, eendaagse training waarin ook ruimte is om coaching on the job te ontvangen.

Voor een korte introductie van het Rots en Water programma zie de Rots en Water documentaire (gemaakt door Human Doc, uitgezonden NPO juli 2014):